woensdag 24 september 2008

Bomenritueel

Niets vermoedend fiets ik naar het plein voor een boodschapje. Ik hoor in de verte al een onheilspellend lawaai. Shiiiiiiiit alle bomen omgehakt er staan er nog twee. Wel 30 a 40 kastanje bomen stonden daar. Dag in dag uit genoot ik van die bomen. In het voorjaar als de eerste blaadjes er aan kwamen, daarna als ze bloeiden met hun rode kaarsen. In de herfst als ze hun kastanjes lieten vallen en in de winter als lampjes in hun mooie kale takken sierden. Zoals met alle bomen in mijn omgeving was ik ook met deze diep verbonden. Kleddeng, alsof ik een stomp in mijn maag krijg. De tranen schieten in mijn ogen en de eerste opwelling is dat ik gelijk rechtsomkeert maak naar huis. Maar de boodschapjes moet ook gedaan en Jasmijn is met mij mee omdat ze van haar eigen centjes iets wil kopen. Dus ik verbijt me en loop de winkel in. Echt helemaal geshockt. Pffffff. Eenmaal weer thuis aangekomen doe ik mijn best om het maar te accepteren, ik doe er namelijk toch helemaal niets aan. Dus adem in adem uit en laat het los. Oké. Een dag later ga ik weer op m'n fietsje richting plein (ben niet goed in het dagen vooruit plannen qua boodschappen dus ik ga elke dag) Daar aangekomen lukt het me aardig om het te accepteren. Maar als ik naar die stompen kijk, ze hebben ongeveer 50 cm van de stam laten staan, voel ik dat de energie er nog helemaal boven hangt, alsof het geamputeerd is. Het voelt echt helemaal niet oké. Ik ben op het moment de boeken van Marko Pogacnik aan het lezen en waarin hij zulk soort situaties beschrijft en dat hij met mensen erop uit trekt om zulk soort plekken weer in harmonie te brengen. En altijd als ik dingen lees ga ik er zelf mee aan de slag en verbind ik het met m'n dagelijks leven dus zo ook nu. Dat kunnen wij ook, maar omdat nu op mijn eigen boodschappenplein te doen met alle winkelende mensen boodschappen karren en parkerende auto's en niet in de laatste plaats iedereen uit mijn buurt die daar ook zijn boodschappen komt doen. Intussen had ik al wat mensen bij elkaar getrommeld om dit samen mee te gaan doen en leg mijn "probleempje" voor. Nou dan doen we het toch als het donker is oppert Moniek.



Zo gezegd zo gedaan, Hans zoekt een mooie steen uit en wij allemaal een mooie glimmende kastanje en daar gaan we, met z'n vieren in het donker, op naar het plein. Hans, Moniek, Lia en ik. Heerlijk is het buiten, in september ruikt het zooo lekker. Eenmaal daar aangekomen, zien we gelijk de stronk waar we straks de steen en de kastanjes gaan neer leggen. We besluiten dat we eerst even het hele plein rond lopen langs alle omgezaagde kastanjes. We raken alle stronken even aan. Pffff dat voelt voor mij wel heftig zeg. Ik voel vooral aan de ene kant bij elke boom mijn zonnevlecht samen trekken en het voelt echt pijnlijk. Ik voel dat ik bij elke boom die ik aanraak de energie met me meeneem. Het rare is dat het aan de ander kant veel minder heftig aanvoelt. Nadat we langs alle bomen zijn gelopen gaan we naar de ene stronk waar we ons ritueel gaan doen. Hans legt de steen boven op de afgezaagde stam en wij leggen onze kastanjes erbij. We leggen alle vier een hand op de stam. Dan vraagt Moniek aan de energie of het zich wil verbinden met de steen. In eerst instantie duurt het even vooral van de bomen aan de heftige kant. Dan begint de energie in beweging te komen, als een soort sneeuwbal, er ontstaat een soort multi dimensionale lemniscaat met als middelpunt onze steen. Wij ervaren dat alle vier. Dan voelen we dat de energie zich helemaal in de steen terug trekt.
We blijven nog heel even staan, dan pakt Hans de steen op en laat ons voelen dat hij helemaal warm is, echt een wonderlijk gevoel, voor ons een teken dat de missie tot zover is geslaagd. We pakken elk onze kastanje en gaan op weg naar de plek waar we de energie heen brengen, het bosje achter ons huis, het paardewed

Hans loopt voorop met de steen en ik daarnaast. Het voelt haast plechtig. We worden ons ineens bewust dat er een hele stoet natuur (boom) wezens achter ons aanloopt. Ik voel dat ik verschuif naar een andere bewustzijnsstaat, de hoedanigheid van mijn elvenzelf, ik loop zelfs anders dan dat ik anders loop. Het is zo bijzonder, dat kan ik echt met geen mogelijkheid beschrijven. Haast magisch. We lopen het donkere bos in, er zijn vaak zwervers en junks in dat bos te vinden en m'n menselijke zelfje voelt zich een beetje onveilig, maar als ik dan weer verschuif naar mijn natuurwezens bewustzijn dan voel ik me zo ongelofelijk thuis in het donkere bos, met al die natuurwezens die achter ons lopen. Het verschil in gevoel is gewoon tastbaar. Helemaal thuis in verbinding met mijn meest authentieke zelf. Op de plek aangekomen legt Hans de steen op een bemoste boomstam tussen het gras en de brandnetels. En ogenblikkelijk voelt het bosje anders, verrijkt ofzo. We voelen de energie vrij komen. De deva van het bosje, een ruimtefee (een natuurwezen dat de balans tussen natuur en cultuur bewaart), die ik altijd boven het bos ervaar, bedankt ons. Ook hier schieten woorden weer tekort. Ik voel me zo één, en vind het zo bijzonder dat ik dit aan het doen ben met deze mensen en deze natuurwezens. Eigenlijk wil ik hier wel gewoon blijven. Maar ja.... Als we voldaan terug naar huis gaan laten we de steen nog een nachtje liggen, de kastanjes nemen we nog even mee, die gaan Hans en ik morgen planten in het paardewed. Nu maar afwachten hoe het morgen voelt als ik door het paardewed fiets op weg naar het plein om mijn boodschappen te doen.
Ik laat het jullie nog wel weten......


zaterdag 26 juli 2008

Griep, hondsdraf en een reisje naar mijn jeugd


Donderdag stond ik op met een vervelende griep, koorts en brak, pffff, verder loop ik al weken te snotteren, te niezen en te hoesten. Ineens rijst het vermoeden dat ik misschien wel allergisch ben voor de poes, sinds die tijd heb ik er last van.

 

Maar goed, gisterenochtend denk ik, ga maar eens even een goed theetje voor mezelf zetten, met kruiden uit de tuin. Ik in m’n ochtendjasje de tuin in. Salie blaadjes tegen de keelpijn, de koorts en tegen verslijming (haha dat klinkt lekker) en ik had een drang naar hondsdraf, dat moest er zeker in. Hondsdraf is een plantje met kleine paarse bloemetjes wat over de grond kruipt. Het staat vaak dicht bij brandnetels omdat de gekneusde blaadjes verlichting brengen als je je hebt gebrand aan een brandnetel. Verder kun je het gebruiken bij ontsteking van de luchtwegen, diarree, opgezette lymfeklieren, je kunt het ook door de sla snipperen of door de soep doen, een tonicum voor het bloed volgens Mellie Uyldert.Ergens moest het staan in onze tuin, achterin onder de hortensia in de buurt van het boomstronkje. Ik zoeken, maar zag nergens geen hondsdraf, het is in dat hoekje een wirwar van kruipende planten, klimop, gele dovenetel, maagdepalm en een soort kruipende campanula, dus ik nog eens overal onder kijken en ja hoor, daar zag ik een klein blaadje wat op hondsdraf leek. Toch nog even ruiken voor de zekerheid, ik pluk het blaadje af en wrijf er even over en ruik, o jaaaa onmiskenbaar hondsdraf.

Ineens ben ik weer in mijn jeugd. Op mijn vierde kwamen wij in Scherpenzeel wonen in een huis met een enorme tuin. Toen wij er in trokken stond het helemaal vol met lang gras, als je je daar in achterover in liet vallen, kon je daar heel lang liggen zonder dat iemand je vond, starend naar de hemel en in verwondering kijken naar alle vormen in de wolken. Als je de hele tuin doorliep grensde het daar aan een weitje waar drie shetlandertjes in liepen. Rechts achterin was de berg, die was waarschijnlijk ontstaan door dat daar het tuinafval werd neer gegooit, maar voor ons was het “de berg”. Op die berg groeide dus hondsdraf en daar rook het anders dan in de rest van de tuin. Nu weet ik intussen dat dat het onmiskenbare hondsdraf geurtje was. Op de berg wemelde het van de spinnen, van die spinnen die je ook vaak in het droge gras ziet, van vlugge loopspinnen met dikke zwarte poten. Ook liep er een keer een pad op die berg dus woonde er in mijn beleving op de berg ook padden. Door die spinnen durfde ik meestal niet op die berg, heel af en toe periodes dat ik het wel durfde en dan liep ik die berg op en dat gevoel als je dan boven op die berg stond. Een soort triomfantelijk overwinningsgevoel. Op een gegeven moment overwon de spinnenangst het dan weer en bleef ik veilig beneden. Die tuin is zoooooo belangrijk voor me geweest, ik heb daar zoveel tijd doorgebracht dromend in mijn ééntje als ik om zes uur al wakker was. Hele gesprekken had ik met mezelf en de tuin. Avonturen beleeft met vriendinnetjes. Links hadden we een groentetuin en rechts een bloemen tuin met berenklauwen, smeerwortel, vingerhoedskruid, monarda’s, riddersporen, monnikskappen en nog veel meer. In het

midden liep het iets in een dalletje en daar lagen houtstammetjes waar je overheen kon lopen en er was een ingegraven metselkuip als vijvertje, daaromheen stond salvia horminum en springerig gipskruid. Op die hout stammetjes zat ik dan vaak te mijmeren en niemand kon me daar dan zien. Mijn moeder had bomen gepland die groot werden, een esdoorn, een berk, een kerstboom en een appelboom die gegroeid was uit een appelpitje van een golden delicious. Toen ze later toen ik het huis al uit was ging verhuizen heb ik zo moeten huilen om die bomen en de tuin. Maar dankzij de hondsdraf ben ik toch even terug geweest. En zelfs nu nog biggelen de tranen over mijn wangen als het terug beleef. Hoe je als mens verbonden kan zijn met een bepaalde plek. En toch ervaar ik nu steeds meer dat scheiding niet bestaat, dat niets verloren kan zijn en dat ik de tuin mee neem waar ik ook ga. Ik pluk mijn blaadjes hondsdraf loop naar binnen om mijn theetje te zetten. Eigenlijk kun je hondsdraf en salie in de melk afkoken maar dat vind ik echt te vies. Dus ik doe het met water. Even later ga ik in de tuin zitten met een grote mok zelf gebrouwen kruidenthee en bij elke nipje proef ik de hondsdraf er bovenuit.




Poorten

Ik kijk door mijn ogen
zie meer dan ik ooit kan beschrijven
Voor mij zie ik de grote beuken
Ze torenen hoog boven mij uit
Daartussen de weg die verdwijnt in verre verten
Omgeven door vochtige nevel
Een flits van herkenning
Ik los op in het beeld
Poort naar eenheid.

Ik snuif de lucht op en ervaar
De geur van vers gemaaid gras,’
Rozen en het vochtige bos.
Alle lagen afzonderlijk
Even staat alles stil,
Werelden ervaar ik en diepe herkenning
Aan woorden voorbij
Ik los op in de geur
Poort naar eenheid

Ik hoor de vogels
Op verschillende plekken markeert
Hun gezang een punt
Er ontstaat een netwerk
over de werkelijkheid heen
een aparte wereld
die betoverd lijkt te zijn
Ik los op in hun gezang
Poort naar eenheid

Ik adem het leven in
Het leven speelt door mij heen
Diep laat ik het toe
Het vult mijn lichaam
Spiralen van energie
Eindeloze wervelingen
In een diepe extase
Lost mijn wezen op
Poort naar eenheid







Eenheid

Het begint te regenen, ik loop naar buiten en het lijkt alsof ik me in een hele andere wereld begeef. Tranen schieten in mijn ogen. De hele wereld ruikt naar een mengeling van lieve vrouwe beddestro, kruidig hout en meiregen. 
Alles is zo groen, wolken van groen. En tussen de bomen hangen nevels van voelbare groeikracht. Dit is mijn wereld, door mijn zintuigen beleeft, zo onbeschrijfelijk mooi, de herkenning zo diep. Maar met dat besef ook de eenzaamheid. Want mijn wereld, impliceert een andere wereld dan de meeste mensen ervaren. 
Het voelt als een hele andere realiteit met een stolpje erover heen. Er moet een brug zijn, maar waar. Ik hoor de moeder roepen, ik laat me meezuigen in de duizelingwekkende werelden die achter elke zintuiglijke beleving schuil gaan. Laat me gaan….eindeloos…..zweef ik ….wordt ik mee gezogen. In de verste verte …in de diepste diepte..en ik herken….zo diep. Tranen stromen over mijn wangen. Ik voel thuis…de moeder…de aarde….alles. Een schreeuw…uit het diepst van mijn ziel….weer voel ik dat ik geboren wordt. Pijn, liefde, licht, duisternis ik ervaar alles tegelijkertijd. De oerschreeuw van het ontstaan en het uitdijen wat er op volgt, ik sta op de rand. Voel alles wat me tegenhoud en de alles overheersende drang om mezelf naar buiten te brengen. Hoe lang blijf ik nog steken in dit gevecht.  

Ik Adem in…kom maar….kom maar… en Adem uit…laat maar gaan…laat maar gaan. Op de adem laat ik mezelf helemaal binnenkomen en er ontstaat rust. De volheid van mezelf, alleen maar mezelf. Een universum op zich…ik laat mezelf drijven. De beelden volgen elkaar op van alles wat ik ben en ik weet alles wat er te weten valt. Ik weet dat ik de scheiding van “binnen en buiten” zelf maak. In deze eenheid bestaat geen scheiding. Alles wat er ooit was is er nog steeds, alles wat ik voel is, niets is ooit verloren. IK BEN AL WAT IK BEN